
De afweer in kaart brengen – Immuun monitoring unit
Waarom reageert de ene patiënt wel en de andere patiënt niet goed op immuuntherapie? Het Immuuntherapiecentrum van Amsterdam UMC gaat dat systematisch en op grote schaal onderzoeken middels een immuun monitoring unit. Meer kennis over de reactie van het afweersysteem van individuele patiënten op immuuntherapie kan leiden tot effectievere behandeling met minder bijwerkingen. Het geeft artsen en patiënten sneller inzicht of een therapie aanslaat bij de patiënt.
Immuuntherapie is een veelbelovende behandeling voor verschillende vormen van kanker. Ook voor neurologische aandoeningen als MS en de ziekte van Alzheimer wordt immuuntherapie toegepast. Bij deze nieuwe, veelbelovende behandeling worden de eigen afweercellen gestimuleerd om de ziekte te bestrijden. Bijvoorbeeld bij verschillende soorten kanker, zoals melanoom, de meest agressieve vorm van huidkanker, en bloed- of lymfeklierkanker. Patiënten hebben veel baat bij immuuntherapie. Zij kunnen in sommige gevallen genezen, zelfs in vergevorderde stadia van hun ziekte. Maar er zijn ook patiënten die niet reageren op immuuntherapie. Bovendien lopen zij het risico op soms ernstige bijwerkingen.
In het ADORE-project voor immuun monitoring willen onderzoekers door analyses van biomateriaal (bijvoorbeeld bloed en tumorweefsel) het functioneren van het afweersysteem van patiënten in kaart brengen. Dat geeft de behandeld arts inzicht in waarom de ene patiënt wel en de andere patiënt niet goed reageert op immuuntherapie. Dat doen ze door systematisch en op grote schaal de reactie van het afweersysteem van individuele patiënten op immuuntherapie te onderzoeken. Immuuncellen uit bloedmonsters en weefsels worden in het laboratorium geanalyseerd, zowel voor als tijdens de behandeling. Want ook hoe de immuuncellen van de patiënt er voor de behandeling aan toe zijn, is mogelijk van invloed op de uitkomst van die behandeling.
Het systematisch en op grote schaal afnemen en analyseren van bloedmonsters en weefsel met immuuncellen van patiënten gebeurt nu nog niet. Hiervoor wordt een gecentraliseerde immuun monitoring unit ingericht. Deze unit organiseert en coördineert zowel de afname van bloed en weefsel van patiënten die immuuntherapie ondergaan, als de volledige analyse volgens gestroomlijnde methodes. De data van deze analyses worden centraal opgeslagen. Om zoveel mogelijk inzicht in te krijgen in de afweerrespons is het de bedoeling om bij elke immuunbehandeling in de kliniek de gegevens op te nemen in het programma voor immuunmonitoring.
Door op deze schaal met geavanceerde technologische faciliteiten en met behulp van datatechnologie immuuncellen en afweerreacties in kaart te brengen kunnen onderzoekers aanwijzingen krijgen voor factoren die de kans kunnen voorspellen op een goede respons op therapie: of de therapie werkt of dat er een beter alternatief geboden kan worden. In de toekomst kunnen patiënten op basis hiervan geselecteerd worden voor specifieke therapieën waarvan de kans het grootst is dat ze daar goed op reageren.
Deze kennis stelt onderzoekers in staat om immuuntherapie te verbeteren of in meer effectieve combinaties met andere behandelingen in te zetten. Dit kan veel geld besparen op deze dure vorm van kankertherapie. Het zal vooral leiden tot meer effectieve behandelingen met minder bijwerkingen en een betere kwaliteit van leven voor zowel patiënten met kanker als patiënten met neurologische aandoeningen als MS en alzheimer.