
De barrière doorbreken – het Crossing Barriers-onderzoek
Ontdekken hoe medicatie beter tot de hersenen doordringt
Onze hersenen worden ook wel de ‘sanctuary space’ genoemd, het goed beschermde heiligdom. Bijkomend effect van die bescherming is echter dat medicatie niet goed door die bescherming heen komt en dus niet op de juiste plek terecht komt. Crossing Barriers onderzoekt hoe we deze grens kunnen passeren.
De hersenen zijn het best beschermde orgaan van ons lichaam. Het is ook het meest complexe orgaan. Dat maakt behandelingen van hersenaandoeningen zo ingewikkeld. Dat geldt bijvoorbeeld voor de ziekte van Alzheimer, een aandoening die steeds meer mensen treft. Ook het aantal patiënten met tumoren in de hersenen neemt toe. Gelukkig ontwikkelt de behandeling van deze aandoeningen zich snel, met de opkomst van zogenaamde ‘biologicals’, biologische geneesmiddelen die deels gemaakt zijn van natuurlijke afweerstoffen zoals antilichamen en eigen immuuncellen van een patiënt. Deze biologicals kunnen ziekteprocessen vertragen of remmen. De behandeling binnen de oncologie is radicaal veranderd door deze antilichamen en zowel in de oncologie als de neurologie zijn er veel nieuwe biologicals in ontwikkeling.
Kankeronderzoekers en neurowetenschappers van ADORE werken samen om deze behandelingen sneller te ontwikkelen. Voor alzheimer lijken deze behandelingen veelbelovend te zijn. Maar een echte behandeling voor alzheimer is er nog niet. Bij de behandeling van tumoren in de hersenen zijn nieuwe therapieën met immuuntherapie veelbelovend. Er is een dringende behoefte aan behandelingen die de overleving van deze patiënten verbetert. Bij patiënten met een melanoom en uitzaaiingen in de hersenen is de levensverwachting gemiddeld slechts 12 maanden.
Het is goed nieuws dat er nieuwe en betere medicatie beschikbaar komt. Maar een probleem bij de behandeling van deze hersenaandoeningen is echter dat deze medicatie slechts beperkt de hersenen bereikt. Dat komt omdat onze hersenen zo goed beschermd zijn, want ze zijn belangrijk én kwetsbaar. Onze hersenen worden beschermd door de schedel en door de zogenaamde bloed-hersenbarrière. Deze barrière houdt allerlei stoffen tegen die onze hersenen kunnen beschadigen. Maar deze barrière houdt ook medicijnen tegen.
Medicatie komt maar mondjesmaat op de goede plek terecht: minder dan 1 procent van de toegediende medicatie slaagt er in de bloed-breinbarrière te doorbreken. Althans, dat denken we. Hoeveel er op de goede plek in de hersenen terecht komt, weten we niet. Daarom weten we ook niet goed hoe doeltreffend een behandeling is en hoe de effectiviteit verbeterd kan worden. Het ADORE-onderzoek Crossing-Barriers wil daar helderheid in scheppen.
Tot nu toe was het onmogelijk om te meten hoeveel medicatie precies zijn doel bereikt. Maar nu kan dat wel. Het kan omdat er in Amsterdam UMC een ultragevoelige scanner staat. Deze Long Axis Field of View PET scanner maakt het mogelijk om in het lichaam speciaal gemerkte antilichamen of cellen te volgen als een soort GPS-tracker. Daarmee kunnen we medicatie volgen, om te kijken of het op de goede plek aankomt. Deze techniek is pas sinds kort beschikbaar. Dankzij de unieke combinatie van deze nieuwe technieken en de nieuwe apparatuur is het voor het eerst mogelijk deze biologicals gedurende langere tijd te volgen, terwijl ze zich verplaatsen door het lichaam van de patiënt.
Het Crossing Barriers-onderzoek gaat dat in kaart brengen. Daarmee kunnen we antwoord geven op de belangrijke vraag hoeveel medicatie op de goede plek terecht komt. Als we beter weten hoe we medicijnen door de bloed-hersenbarrière heen kunnen brengen, kunnen we zorgen dat dat verbetert als het te weinig is. Ook kunnen we een belastende behandeling eerder staken als blijkt dat medicatie niet op de juiste plek aankomt.
De eerste stap is nu om aan te tonen of en hoeveel van deze biologicals op de plek van bestemming aankomt. Als we dat betrouwbaar kunnen meten, is dat een belangrijke opstap voor vervolgonderzoek. Want als we weten hoeveel medicatie de barrière doorbreekt en op welke manier dat gebeurt, kan vervolgonderzoek zich richten op de optimale dosering en op een behandeling die sneller resultaat heeft en minder bijwerkingen geeft.